Iemand stuurde me deze twee illustraties om het verschil in spanningsboog te illustreren tussen westerse en Japanse narratieve kunst. De westerse begrijp ik enigszins, al was het maar intuïtief, en met de kanttekening dat ik me altijd afvraag waar de Y-as dan voor staat (de "hoeveelheid spanning"?) maar de Japanse aanpak, Kishōtenketsu genaamd, is me een volledig raadsel. (Al is de Y-as hier wel gedefinieerd )
Kan iemand me dit uitleggen? (Geen AI alsjeblieft.)