MARCIA LUYTEN
Toen ING onlangs kwartaalcijfers bekendmaakte, meldden NOS en sommige kranten dat de kwartaalwinst was gedaald. De bank maakte in drie maanden bijna 1,5 miljard euro winst. Het bericht dat dit minder was dan verleden jaar, bestendigt een ideologie van hyperkapitalisme.
Wat tijdens covid ontspoorde, begon in de jaren tachtig: winst als hoogste doel. Voor die tijd was een paar procent rendement nodig voor investeringen en stabiliteit; de winst van Unilever schommelde tussen 5 en 8 procent, die van Shell en Europese banken tussen 5 en 10 procent. Reden van bestaan was het leveren van een goed product. De neoliberale Chicago School van Milton Friedman maakte aandeelhouderswaarde tot heilig doel.
De decennia daarna stegen de winsten van grote ondernemingen. In de jaren negentig kwam het streven naar dubbele cijfers. Aan de top van grote bedrijven verschenen mensen uit business schools. Van product en maakproces wisten zij niks, ze waren gehuurd om meer geld te verdienen.
Even leek de kredietcrisis de vuurwerkramp van de ongereguleerde markt: tot de grond afgebrand, gevolgd door strikte veiligheidsregels. Maar de banken - met staatsgeld gered - en bedrijven - de recessie voorbij, hernamen hun oude koers naar meer. Meer rendement. Meer dividend. Meer aandeelhouderswaarde.
Minder werd de kwaliteit van veel producten - niet gemaakt om lang mee te gaan maar om snel te worden vervangen. Minder werd de hoeveelheid in een verpakking.
Covid werd de crisis die bedrijfswinsten verder omhoog stuwde, in de VS met gemiddeld 50 procent. Toevoer van Chinese grondstoffen stokte, wat prijzen verhoogde, waarop bedrijven in dezelfde beweging er een flinke marge bovenop gooiden. Ná covid daalden de prijzen voor grondstoffen, niet die voor de consument. Hetzelfde gebeurt met de inflatie door Ruslands oorlog in Oekraïne. Gevolg: winstmarges over 2024 van 25 procent (Apple), 35 procent (Microsoft) of 13,5 procent (Unilever). Dat komt ten goede aan de aandeelhouders, waarbij in Nederland de 10 procent rijksten ruim 60 procent van de aandelen bezit.
Zo zijn ook onze banken in plaats van dienstverleners dividendreuzen. ING's winst van 13 procent over 2024 komt, net als bij andere banken, voor een belangrijk deel uit rentemarge: het verschil tussen de rente die ze zelf innen voor uitgeleend geld, en wat ze uitkeren aan spaarders. Volgend op de laatste kwartaalwinst verlaagt de bank de rente op sparen - geld van meestal lagere inkomens.
Intussen wordt het gewone leven duurder. Boodschappen, zorgpremie, huur - starters kunnen geen huis meer kopen, maar subsidiëren met hun huur wel aandeelhouders van BlackRock. En we slikken het. Zoals we alles slikken.
Het wonderlijke is dat het vaststellen van hyperwinst geen bal uitmaakt. De steeds grotere multinationals met oligopoliemacht doen toch wat ze willen - zij dicteren politici in plaats van andersom. Bovendien leven we in een 'hypernormalisatie'.
Met dat woord beschreef de Russische Berkeley-antropoloog Alexei Yurchak de laatste jaren in de Sovjet-Unie. Iedereen wist dat het systeem failliet was. Iedereen wist dat de bazen corrupt waren. En iedereen wist dat iedereen dat wist. Maar men deed alsof het normaal was. Omdat het makkelijker was de schijn op te houden dan de realiteit onder ogen te zien.
Misschien leven wij net zo. In een laat-kapitalistische hypernormalisatie. We weten dat het niet klopt maar doen alsof het klopt. Omdat we geen ander systeem kunnen bedenken. Of erger: omdat we voor actie te apathisch zijn.
En zo is ook de grote massa die niet profiteert van dividend en koersstijgingen toch aandeelhouder, van haar eigen verarming.
Column
MARCIA LUYTEN
De vlaggen stonden strak in de noordenwind. Het land vierde 5 mei de vrijheid. De premier keek tevreden in de spiegel; zijn baan is niet altijd even leuk, maar dit maakte al-les goed. Voor het oog van koning en natie een redevoering.
En wat voor een; hij was persoonlijk geworden, had gesproken over opa, een in de oorlog gefusilleerde verzetsman. De eeuwige topambtenaar had zich ontpopt als leider onder wereldleiders, zo naturel groots. Hij herinnerde aan zijn moeder die 'haar kinderen leerde met liefde en mededogen naar de ander te kijken, ook als die verschilde van hoe wijzelf waren'.
Alles leek er wel over gezegd. Over wie wat waar waarom mag herdenken. Maar Dick Schoof op de Dam wierp weer nieuw licht op de zaak. Op die kwestie die het mooie, belangrijke ritueel van 4 mei bedenkelijk maakte, namelijk: Nederlandse steun aan een extreemrechtse regering bezig met een genocide.
Hoe dat eruitziet, tekende Rob Vreeken zaterdag op. Vanuit Gaza berichtte een noodhulpverlener van Artsen Zonder Grenzen (AzG) dat twee maanden nadat het laatste voedsel Gaza binnenkwam, 2,3 miljoen mensen in hongersnood zijn. AzG behandelt mensen met brandwonden die niet meer genezen, omdat zonder voedsel een lichaam geen littekenweefsel aanmaakt.
Brandwonden mede als gevolg van bommen die sinds 18 maart weer elke dag op Gaza neerkomen - en dan kondigt de regering Netanyahu aan de bombardementen te intensiveren. Elke dag, elke nacht, op scholen, op tenten, op het allerlaatste ziekenhuis. Ouders die delen van hun kinderen oprapen, kinderen die in een tas dragen wat over is van hun moeder. Verminkt, vermagerd, verbrand, wonden die niet helen, de zon verduisterd door gitzwarte wolken, en altijd weer vuur. Zo ziet een holocaust eruit.
Dat woord dat met hoofdletter gereserveerd had moeten blijven voor de systematische massamoord op 6 miljoen Joden. Maar 'holocaust' betekent letterlijk massamoord door de inzet van vuur, naar het Oudgriekse holókauston voor 'geheel verbrand'. Het betekent ook 'brandoffer'. De burgers die in Gaza in tenten, schoolgebouwen en ziekenhuizen sterven, hebben niks te maken met Hamas' terroristische aanslag. Ze zijn brandoffer op een altaar van haat.
En dat brengt ons terug bij de premier. Die prees 'moedige mensen' tijdens de oorlog: 'In alle haat, vernietiging en ontmenselijking, bleven zij de ander zien. Een mens zoals zijzelf.'
Nadrukkelijk in de verleden tijd. Schoofs 'echo's uit het verleden' betreffen 'mensen die werden vermoord om wie zij waren'. En daar luiden de doodsklokken voor Gaza. Want de wezens die creperen onder de bommenregen, worden niet (h)erkend als mens. Niet wit, niet christelijk. Ruim twee decennia ontmenselijking van moslims heeft zijn werk gedaan. Het tribale denken van extreemrechts - het denken dat jaarlijks op 4 mei wordt afgezworen - is regeringsbeleid. Daarvoor tekent bij uitstek de premier, op de Dam geflankeerd door een Kamervoorzitter die zich vaak discriminerend uitliet over moslims. Het degradeerde 4 mei tot de choreografie van een herinneringsmachine met een valse moraal. We herdenken de doden, maar weigeren de levenden te beschermen.
Esthetiek van herdenken zonder ethiek om te handelen. En dus oreerde de premier die geen aarzeling toont over Israël: 'In een wereld vol oorlog verliezen mensen elkaar uit het oog. Verliezen we mededogen, ook in Nederland.' In Eichmann in Jerusalem liet Hannah Arendt al zien hoe gevaarlijk het is als denken en handelen uit elkaar groeien. Gaza kunnen we maar niet zien als de holocaust die het is geworden. Maar het plechtige, prachtige 4 mei is de spiegel waarin we onszelf graag herkennen.
YOUP
Interammer Renaatje
+ Leeslijst
COLUMN
YOUP
Gepubliceerd op
3 mei 2025
Leestijd
2 minuten
Youp van ’t Hek is cabaretier en schrijft wekelijks een column voor NRC.
Volg
Nederland op zijn graaist. Heerlijk om een schijtlaars van de NOS te horen uitleggen dat het schofterige salaris van interim-directeur Renate Eringa van dit noodlijdende omroepclubje bijna 29.000 euro per maand bedraagt. Ik gok dat daar ook nog een auto met chauffeur bij komt. Plus een vorstelijke onkostenvergoeding natuurlijk. Of dat interimmen in haar geval van korte duur is? Renaatje zit daar de komende drie jaar gebakken.
De NOS verdedigt zich met mistig geneuzel over de Wet Normering Topinkomens, die mij ook niet bedacht lijkt door een roedel toeslagouders. Daar is op de Amsterdamse Zuidas tegen een vorstelijk uurtarief hard aan gewerkt.
Vraagje: moet een directeur, die een publieke omroep in zwaar weer bestuurt, niet een fel kloppend hart voor de zaak hebben? Dus dat ze er alles aan doet om ervoor te zorgen dat het bedrijf zo snel mogelijk weer gezond wordt? Daarom moet ze op de kosten letten. En op de salarissen. Alle salarissen. Dan kan je toch niet zelf met een ordinair bedrag van bijna dertig ruggen per maand gaan lopen patsen? Dan ben je toch een emotioneel zwakzinnige die volstrekt niet geschikt is voor dit baantje?
Toen ik de naam Eringa las, dacht ik: zal zij de zus van die rare Pier zijn? Pier was voorzitter van de RvC van Ajax in de tijd dat de krankzinnige data-Duitser Sven Mislintat meer dan 120 miljoen uit de clubkas liet verdampen en de Amsterdammers zelfs kortstondig op de achttiende plek in de Eredivisie stonden. Malle Piertje had daarop moeten toezien. En in moeten grijpen. Maar hij keurde elke transfer goed. Als een zeven miljoen kostende eenbenige speler uit het vierde elftal van het Hamburgse Sankt Pauli met een rolstoel de Johan Cruijff Arena werd binnengeduwd, stond Eringa te juichen omdat de man volgens hem enorm veel kopkracht had.
En nou komt het: Pier is niet de broer van Renate, maar haar man. Deze twee wonen in één huis. Zal Pier onder het genot van een heerlijke witte Bourgogne nog wel eens tegen Renaatje een potje pochen over zijn successen bij Ajax? En zet zij daar dan haar heerlijke omroepsalaris tegenover? Misschien vertelt ze dan ook dat ze in een eerder baantje bij de Publieke Omroep met succes heeft ingegrepen in de beloningen van de presentatoren.
Nee, de Eringaatjes lijkt me een heerlijk koppel dat op het komende kampioensfeest van Ajax zeker van de partij zal zijn. Polonaise in de skybox.
Ach het is maar dom geld en ik vrees dat dit stel in bepaalde kringen als handige slimmeriken wordt gezien. Maar het zou leuk zijn als de NOS ballen toont en uit solidariteit met het gewone personeel onze Renaatje naar de uitgang begeleidt. Wedden dat dat niet gebeurt?
Maar laten we het over echt leed hebben: de zelfgekozen dood van die arme Virginia Giuffre, die door pooier Epstein en hoerenmadam Maxwell lange tijd gratis werd uitgeleend aan keurige heren met veel geld en hoog aanzien. Er doolden nogal wat respectabele helden door de bordelen van dit tweetal. Clinton, Trump, die zielige Britse zweetprins Andrew, maar ook Stephen Hawking werd genoemd. Hoewel ik denk dat deze laatste zelf misbruikt werd.
Zal een van deze hoerenlopers de moed hebben om een bloemetje naar het afscheid van Virginia te sturen? Of kiezen ze met z’n allen voor een stemmige krans met een lekker laf anoniem lint?
Tot slot een persoonlijk compliment van mij voor onze minister Faber: wat ontzettend goed Marjolein dat jij geregeld hebt dat een stelletje kansloze asielzoekers niet op onze kosten een paar uurtjes naar de Efteling gaat. Waarom zou je kinderen zonder toekomst een pleziertje gunnen? Echt geweldig. Trots op je!
Maar toch iets anders: ik ben bereid om die kosten van dat goedbedoelde asielzoekersuitje op me te nemen. En wie weet doet de Efteling wel grootmoedig mee. En als ik geld tekort kom? Dan bel ik gewoon Renate Eringa.
Misschien laat ze haar chauffeur de bus sturen. Op kosten van de NOS uiteraard.
Wel of geen aandacht voor Gaza op 4 mei?
COLUMN
FLOOR RUSMAN
Gepubliceerd op
3 mei 2025
Leestijd
3 minuten
Floor Rusman, redacteur bij NRC, schrijft wekelijks een column in NRC Weekend.
Volg
Deze week gebeurde er iets interessants op de radio. Bij Dit is de Dag gingen rabbijn Yanki Jacobs en antropoloog Danielle Braun, ook Joods, in gesprek over de Nationale Dodenherdenking. De aanleiding was de alternatieve herdenking in Den Haag, waar ook aandacht wordt besteed aan Gaza. Jacobs vond dat 4 mei moet draaien om de Tweede Wereldoorlog, Braun wilde ook ruimte creëren voor slachtoffers van hedendaags geweld, zeker als Nederland er indirect bij betrokken is – zoals in Gaza.
Jacobs moest er niets van weten. „De keuze om specifiek op 4 mei, de dag van de Nationale Dodenherdenking, stil te staan bij Gaza, heeft niets met het welzijn van de Palestijnen te maken en niets met het herdenken van de Tweede Wereldoorlog; het is een bewuste keuze, wat mij betreft, om te polariseren en te provoceren.”
Het interessante zijn hier de woorden „wat mij betreft”. Jacobs claimt niet alleen te weten wat de enige juiste manier is om te herdenken, maar ook wat het motief is van de mensen met een andere visie. Het gaat hen helemaal niet om de Palestijnen, nee, ze kiezen er bewust voor om te provoceren. Dat is hun echte doel.
Ook het Centraal Joods Overleg verklaarde bij monde van voorzitter Chanan Hertzberger dat de alternatieve herdenking een „provocatie” is „jegens datgene wat Nederland samenbindt, jegens onze collectieve historie”. Ook Hertzberger kende de intenties: „Wat we vooral niet moeten doen is ons herdenken politiseren. Dat is nu net wat deze mensen van plan zijn.”
Eerder al had Theodor Holman hetzelfde gedaan. „Plegen de Israëliërs nu genocide op de Palestijnen omdat het Palestijnen zijn? Natuurlijk niet. Worden er zomaar Gazanen vermoord omdat het Gazanen zijn? Neen”, stelde hij onlangs in zijn Parool-column. „Die beschuldiging van genocide komt door een smerig taalspel. Een truc. Door taalbedrog; door definities welbewust verkeerd te hanteren. Men gebruikt woorden als poep die door te kleine gaatjes geduwd moet worden. Het is welbewust kwetsend.”
Holman is ervan overtuigd dat Israël geen genocide pleegt in Gaza, want: „Wie Israël beschuldigt van genocide beschuldigt Joden dat zij dezelfde intenties hebben als de nazi’s in Duitsland hadden.” Dit is een geheel particuliere interpretatie van het woord genocide, want niemand zegt dat alle genocideplegers precies dezelfde intenties moeten hebben. Als dat zo was, dan sloeg het nergens op om überhaupt een categorie als genocide te hanteren. Het idee van een categorie is dat er verschillende gevallen in zitten die bepaalde kenmerken met elkaar delen, wat niet wil zeggen dat ze tot in detail op elkaar lijken.
Maar Holman weet zeker dat zijn eigen interpretatie van het woord genocide klopt. Het kan dus niet zo zijn dat andere mensen er anders over denken; nee, wie het niet met hem eens is, is welbewust aan het kwetsen. Dezelfde gedachtegang hanteren Jacobs en Hertzberger. Mensen die op 4 mei aandacht willen voor de slachtoffers in Gaza denken niet simpelweg anders over de aard van de Dodenherdenking en de ernst van de slachtpartij in Gaza; zij willen provoceren en de samenleving splijten.
Hier gebeurt iets wat je vaker ziet: mensen redeneren vanuit hun eigen referentiekader. Als de acties van een ander volgens dat kader niet kloppen, dan heeft die ander niet een andere kijk op de zaak, maar heeft die het simpelweg mis. Sterker nog: dat die ander volhardt in dit gedrag, ondanks dat het zo overduidelijk verkeerd is, duidt op kwade intenties of op zijn minst een gebrek aan respect.
Ik heb mij ook wel eens schuldig gemaakt aan deze gedachtegang, maar dan op een heel ander en relatief onbeduidend vlak. Ik vier elk jaar groots mijn verjaardag, dat is voor mij een belangrijke dag. Onderdeel daarvan is het krijgen van cadeautjes. Ik houd van cadeautjes geven en krijgen: het is een manier om te laten zien wat iemand voor je betekent.
Helaas nemen sommige vrienden zelden of nooit een cadeau mee. „JE HOUDT NIET VAN ME!”, is dan mijn onwillekeurige eerste gedachte. Het mechanisme is hetzelfde als bij Jacobs, Hertzberger en Holman: ik geloof dat er één juiste handelwijze is (in dit geval: een cadeau geven op een verjaardag). Iedereen weet dat, degene die met lege handen aankomt ook, en dus zijn die lege handen een teken van desinteresse. Een provocatie, zou je het zelfs kunnen noemen.
Hier is een woord voor, namelijk betrekkingswaan. Je denkt dat iets over jou gaat, maar dat is niet zo. Dat mensen mij geen cadeau geven verraadt vooral hoe zij denken over cadeaus geven, niet hoe zij denken over mij. Dat kan ik alsnog heel stom vinden (het is in elk geval niet attent), maar dat maakt het nog geen provocatie.
Hetzelfde geldt voor de mensen die op 4 mei aandacht willen voor Gaza. Daar kun je van alles van vinden, maar dat ze dat willen zegt niks over jou. Het zegt precies wat ze zeggen dat het zegt: dat ze het onverteerbaar vinden dat er, tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog, op grote schaal mensen worden gedood terwijl de hele wereld toekijkt.
Regie over je eigen sterven: ‘Doodgaan is verdomd moeilijk geworden’
INTERVIEW
Na moeizame ervaringen bij haar ouders’ levenseinde schreef Martje van der Brug een informatieboek over doodgaan in eigen regie, dat dinsdag verschijnt. „Mensen denken dat ze recht hebben op euthanasie, maar dat is een volstrekte schijnzekerheid.”
Auteurs Kim Bos
Gepubliceerd op
29 april 2025
Leestijd
5 minuten
Martje van der Burg schreef een handboek voor zorgverleners en mensen die geïnteresseerd zijn in zelfbeschikking rondom het levenseinde. „De dood mag blijkbaar niet te makkelijk zijn.”
Foto Bram Petraeus
De vader van Martje van der Brug leed aan parkinson en kon steeds minder. Toen hij al aan bed gebonden was, kreeg hij herhaaldelijk een blaasontsteking, die telkens behandeld werd met een penicillinekuur. „Ik had dat een paar keer gezien en zei tegen mijn moeder: moeten we dit wel doen? Moet je niet denken: omarm dat dit gebeurt, dit is een afrit?” Haar vader was zelf niet goed meer in staat om hierover te beslissen en bleef leven.
Na een slepend ziekbed stierf hij op 83-jarige leeftijd. Daarna was haar moeder aan de beurt: zij werd ernstig beperkt in haar doen en laten na een hersenbloeding en belandde in een verpleeghuis. Uiteindelijk kreeg ze euthanasie. Dat was een ingewikkeld traject, onder meer omdat de huisarts in eerste instantie nog geen „uitzichtloos en ondraaglijk lijden” vaststelde, de criteria die de euthanasiewet voorschrijft.
Ervaringsdeskundigen
Het levenseinde van haar ouders maakte diepe indruk. Ook omdat Martje van der Brug besefte: zo wil ik het niet. Van der Brug (66), tekstschrijver en auteur, schreef er in 2016 de roman Wat doen we met moeder over. Vanaf dinsdag is er ook haar non-fictieboek De autonome route, bedoeld als handboek voor zorgverleners en mensen die geïnteresseerd zijn in zelfbeschikking rondom het levenseinde. Er komen ervaringsdeskundigen aan het woord die uitleggen waarom zij graag soevereiniteit willen, maar Van der Brug sprak vooral experts – onder meer artsen, juristen, filosofen en medisch-ethici – over sterven in Nederland. Hoe gaat het als je dood wilt? Wat kan er? Wat is verboden? Met haar boek, uitgegeven door Mazirel Pers en gefinancierd door Fonds Laat mij gaan (dat initiatieven steunt die gericht zijn op een zelfgekozen levenseinde), wil ze mensen aansporen om na te denken over het einde.
Als ik vertelde dat ik met een boek over dit onderwerp bezig was, zeiden mensen vaak: ‘O, dat heb ik allemaal al geregeld.’ Dan doelen ze op hun levenstestament. Maar dat is een schijnzekerheid
„Veel mensen uit mijn generatie hebben net als ik jarenlang getobd met ouders die geen afslag meer konden nemen, die maar doorbehandeld werden. Vroeger stierven oude mensen spontaan aan een hartaanval.” Maar de zorg kan steeds meer, en „doodgaan is verdomd moeilijk geworden”, constateert Van der Brug. We bevinden ons daardoor in een „historisch nieuwe situatie”, zegt ze.
Met haar boek wil ze ook een misverstand rondom euthanasie wegnemen. Mensen denken dat euthanasie eenvoudig te regelen is, zegt Van der Brug. „Als ik vertelde dat ik met een boek over dit onderwerp bezig was, zeiden mensen vaak: ‘O, dat heb ik allemaal al geregeld.’ Dan doelen ze op hun levenstestament. Maar dat is een schijnzekerheid.”
Onlangs waarschuwde artsenfederatie KNMG dat medische passages in levenstestamenten leiden tot „misverstanden en onterechte verwachtingen”. Uit onderzoek onder artsen bleek dat driekwart van hun patiënten dacht dat euthanasie met een levenstestament „geregeld” was.
„Maar je hebt nergens recht op. Je bent afhankelijk van allerlei factoren: of de dokter vindt dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden, van diens overtuigingen, of die tijd heeft. Als de huisarts met vakantie is en de waarnemer het niet wil doen, heb je pech. Er zijn vorig jaar ongeveer tienduizend euthanasieverzoeken gehonoreerd, maar er werden ook meer dan tienduizend verzoeken afgewezen.
„Voor mensen met zwaar medisch lijden, bijvoorbeeld in de laatste fase van kanker, werkt de wet goed. Maar er zijn veel situaties waarin dat niet zo is: oude mensen die niet meer willen leven, maar ook niet dood mogen.”
Wat is volgens u dan wel de ideale situatie?
„In een ideale wereld zou ik willen dat wilsbekwame volwassenen autonomie hebben over hun levenseinde. Op de vraag hoe dat precies zou moeten, heb ik geen pasklaar antwoord. Mijn boek biedt geen blauwdruk.”
Na het overlijden van haar moeder in 2017 werd Van der Brug lid van Coöperatie Laatste Wil (CLW), een organisatie met zo’n dertigduizend leden die als missie heeft „baas over eigen sterven” te zijn. In 2021 sloot ze zich aan bij een proces van CLW tegen de staat, om hulp bij zelfdoding uit het strafrecht te halen. Dat zou mensen in staat stellen op een humanere manier afscheid te nemen, in aanwezigheid van hun naasten. CLW verloor in eerste aanleg, maar er volgt hoger beroep.
U wilt dat hulp bij zelfdoding uit het Wetboek van Strafrecht wordt gehaald?
„Ik sta aan de kant van de voorstanders van de autonome route. Maar mijn eerste prioriteit is nu: kunnen we de dialoog een slinger geven? Als hulp bij zelfdoding niet strafbaar zou zijn, zouden mensen niet langer in een cel kunnen belanden indien zij hun partner bijstaan als die een zelfdodingsmiddel heeft ingenomen.”
U bedoelt middel X, het chemische middel dat Coöperatie Laatste Wil lange tijd aanbeval? Die organisatie ontraadde naasten ook om een actieve rol te nemen in het stervensproces, omdat zij dan vervolgd konden worden wegens hulp bij zelfdoding.
„Er kan hard worden ingegrepen door justitie als er vermoedens zijn van een niet-natuurlijke dood. Diegene wordt uiteindelijk wel vrijgelaten, maar het is traumatiserend om gearresteerd te worden als je net een dierbare bent verloren. Dat dient naar mijn idee geen enkel maatschappelijk belang. Ik vind dat autonomie rondom het levenseinde wettelijk beter geregeld moet worden, maar ik zou voorlopig al blij zijn als er minder repressie zou zijn.”
Auteur Martje van der Burg.
Doelt u op rechtszaken over middel X, waarin mensen werden vervolgd, onder meer wegens hulp bij zelfdoding?
„Ja, onder meer. Op dit moment is het bijna onmogelijk om aan zulke middelen te komen. De overheid lijkt te willen dat je dan maar voor de trein springt. Ik denk dat er veel verbeterd zou worden als er meer werd gedoogd.”
Doodgaan is verdomd moeilijk geworden
In een van de rechtszaken spraken nabestaanden die vonden dat het middel niet verstrekt had mogen worden aan relatief jonge mensen met psychische problemen, die mogelijk nog geholpen hadden kunnen worden.
„Dat is het heikele punt dat in mijn boek van verschillende kanten wordt belicht: de kwetsbare mensen. In discussies hierover wordt vaak gezegd: als we een levenseindemiddel vrijgeven, hoe beschermen we kwetsbaren dan? Ik vind dat je ook niet-kwetsbare mensen moet beschermen. Anders dwing je een grote groep mensen verder te leven uit angst dat een kwetsbare een verkeerde beslissing neemt.
„Doodgaan is vervelend, zeker op jonge leeftijd, vooral voor nabestaanden. Maar we gaan allemaal dood. Dat weten we zeker. Laten we daar met enige nuchterheid naar kijken. De vraag is niet of we doodgaan, maar wanneer.
„Als er een nieuwe auto op de markt komt, zegt ook niemand: dit model zal ook weer veel slachtoffers in het verkeer maken. Dat risico aanvaarden we. Maar bij een levenseindemiddel willen we dat risico niet accepteren. Terwijl het naar mijn idee veiliger is dan een auto.”
Lees ook
Zij handelden volgens het openbaar ministerie in de dood
U zegt eigenlijk: er is een risico, maar dat moeten we aanvaarden omwille van zelfbeschikking?
„Ja, ik denk dat we in een kramp schieten als we bij de gedachte aan één voortijdig overlijden besluiten om deze hele maatschappelijke vraag uit de weg te gaan.”
Zou de Voltooid Leven-wet een goede oplossing zijn?
„In het wetsvoorstel – dat in deze kabinetsperiode waarschijnlijk niet wordt aangenomen – staat een leeftijdsgrens van 75 jaar. Daar zitten ook nadelen aan, zeggen de experts die ik sprak. Waarom zou het niet eerder mogen, vinden sommigen. Anderen wijzen erop dat bepalen dat 75 oud genoeg is om een voltooid leven te hebben, kan leiden tot leeftijdsdiscriminatie. Je bent niet langer een individu, je wordt ondergebracht in categorieën: waard om te leven of niet waard om te leven.”
Stoppen met eten en drinken om te sterven gebeurt ook. Veel huisartsen ondersteunen dat.
„Iemand die stopt met eten en drinken krijgt zorg, maar het blijft onaangenaam. Sommige mensen die ik sprak vinden het een goed alternatief. Zelf vind ik zo’n manier van sterven creperen. De dood mag blijkbaar niet te makkelijk zijn.”
Bij euthanasie of andere vormen van snel sterven ontbreekt soms een gedegen afscheid, zeggen critici, die vinden dat lijden ook bij het sterven hoort.
„De paus is uiteindelijk overleden door een beroerte, een snelle dood, maar heeft daaraan voorafgaand eerst langdurig getobd met zijn gezondheid. Zelf, zeker gezien de weg die mijn ouders zijn gegaan, wil ik dat laatste stuk overslaan. Ik denk dat we de keuze daarvoor zelf moeten kunnen maken.”
Loading more entries...

